dinsdag 9 juni 2020

Hoe gaat het?

Hoe gaat het met je? Veel lieve vrienden vragen me dit regelmatig via mail of app.

Eigenlijk kan ik dat ook wel aan jullie vragen, want wat staat onze wereld op zijn kop. In Nederland lijkt alles zo goed als onder controle te zijn, maar dat is het hier nog lang niet het geval. 

Welkom thuis in Cajamarca

Maar laat ik eerst beginnen bij het begin. In oktober vorig jaar ging ik naar Nederland met het idee dat dat voor lange tijd zou zijn. Ik heb daar een huisje gehuurd. Mijn zus heeft een zeldzame vorm van kanker gekregen en ik wilde graag in de buurt zijn. Regelmatig heb ik haar opgezocht en we hebben goede dagen met elkaar gehad. Omdat niet alle administratieve zaken in Perú waren afgehandeld, had ik het verlangen om dit jaar nog voor 3 maanden naar Perú te gaan en, omdat het ziekteproces van mijn zus langzaam gaat, zou dat menselijkerwijs gesproken goed mogelijk zijn geweest. Ik vertrok dus op 10 februari weer naar Lima. De bedoeling was tot 7 mei. De volgende dag ging ik meteen door naar Cajamarca.

Het was een warme ontvangst met meteen weer een gezamenlijke maaltijd met de naaste vrienden. In maart mocht ik aanwezig zijn bij de jaarlijkse vergadering van de Peruaanse organisatie waar we al de jaren in Perú bij waren aangesloten. Het was tegelijkertijd een korte vakantie waar ik veel bekenden mocht ontmoeten en waar we als familie waren uitgenodigd. Vier fijne dagen aan de kust.

Alles dicht

Kort erna kwamen 2 bestuursleden van Zending & Gemeente; ze konden nét naar Lima met de laatste vlucht uit Cajamarca, toen de lock-down werd afgekondigd. Lock-down betekent iedereen moet thuis blijven. Per gezin mag 1 persoon naar buiten om levensmiddelen te kopen of medicijnen, de eerste twee maanden was persoonsvervoer met eigen auto ook verboden. Banken blijven open, winkels die geen levensmiddelen verkopen zijn gesloten. Het betekende ook dat onze onmisbare hulp en rechterhand, Lucy, niet meer kon komen werken. Zij kwam eerst elke dag om in het huishouden te helpen. Er gaat hier in Perú veel werk in zitten. We maken zelf brood, boter, pindakaas, jam, yoghurt en moeten ook de moestuin beplanten en bijhouden, naast koken en schoonmaken.

Ik heb hier mijn eigen huis met alles gelijkvloers en van voldoende gemakken voorzien. Het is een groot terrein buiten de stad, dus wat dat betreft hebben we veel ruimte en is het thuis blijven heel goed te doen. De taken zijn verdeeld en ik heb het koken op me genomen. De eerste 60 dagen hebben we elke dag iets anders gegeten. Ik vind het fijn om steeds weer een ander recept uit te proberen. In het begin werd de noodtoestand voor 2 weken uitgeroepen, maar daarna steeds met 2 weken verlengd. Op 26 mei mochten bepaalde belangrijke beroepen weer gaan werken, maar wel met bepaalde protocollen en beperkingen: Mondkapjes, schermen, enz.

Thuis

Gezinsfoto op mijn verjaardag:
Judith, Wilfredo, Christy, ik, Efrani en Esther

Vanaf half maart zouden de scholen weer beginnen, maar die werden na een paar dagen gesloten en er werd afgekondigd dat de lessen per internet gegeven zouden worden. Christy op de kleuterschool, Esther op de basisschool en Efrani (17) op de middelbare school. Wilfredo en Judith hebben Efrani, een Venezolaans meisje in hun gezin opgenomen, omdat haar oma, waar ze mee hierheen was gevlucht, door familieomstandigheden naar Venezuela terug moest en zij dan geen onderkomen meer had. Niemand in haar familie in Venezuela wilde haar hebben. We wonen nu dus met 6 personen op ons terrein.

Hier thuis hebben we het heel goed met elkaar. Elke morgen beginnen we met een korte stille tijd en daarna gaat ieder aan zijn werk. We hebben ook voldoende te eten en de tuin helpt daar ook bij. Er komt niemand op bezoek en wij gaan ook naar niemand toe. Wilfredo doet eenmaal per week de boodschappen.

De Buitenwereld

Chrity en ik gaan
melk halen in de buurt

Buitenshuis is het een ander verhaal. Doordat 70% van de bevolking informeel werkt, d.w.z. geen baan of contract heeft, zijn de dagelijkse inkomsten het loon waar men van eet. Een dag zonder inkomsten is dus geen eten. De regering heeft wel een paar hulpprogramma’s georganiseerd, maar dat was een druppel op een gloeiende plaat. Veel kleine bedrijven zijn failliet en heel veel mensen hebben honger. De kerken proberen hulp te bieden, maar het is nu al meer dan 80 dagen dat de maatschappij niet “normaal” functioneert.

Er zijn nu bijna 6000 doden en ongelooflijk veel besmettingen. Vooral het openbaar vervoer, de markten en de ziekenhuizen zijn haarden van besmetting. De ziekenhuizen liggen overvol en kunnen het niet meer aan. Lima is een miljoenenstad en daar is de virus al helemaal niet meer te controleren of te remmen. Er zijn zelfs 5 artsen uit Wuhan, China, gekomen om de regering te helpen met het behandelen van de zieken. Elke dag zijn er meer doden en meer mensen die besmet zijn. De geringe versoepelingen op de lockdown zijn vooral om economische druk, dan om de eventuele controle op deze toestand. Ik zou nog een poos door kunnen gaan met alle ellende te vertellen, maar het heeft geen zin. We bidden elke dag voor de regering en dat dit voorbij zal gaan. De 10 IC bedden in het ziekenhuis in Cajamarca, zijn inmiddels ook vol. Dit ziekenhuis moet er voor e 1.34 miljoen mensen van het departement dienen.

Het bijzondere is dat in de dorpen in het binnenland vanwege de afgelegen ligging er tot nu toe geen gevallen van corona zijn gekomen. We bidden dat “onze mensen” in het binnenland gespaard zullen blijven, want daar zijn geen ziekenhuizen, hooguit een kleine dokterspost met paracetamol en ibuprofen bij de hand. De mensen lijden wel onder de maatregelen, want ze kunnen hun producten niet afzetten. Verder zijn de school-lessen per internet of radio voor het binnenland ook een enorm probleem. Er is afgekondigd dat dit hele schooljaar, tot volgend jaar maart, de lessen zo zullen worden gegeven.

Hoe verder?

1x per week proberen we naar de 
rivier te lopen om even te ontspannen.

Wat mijn terugreis betreft… voor de terugreis heb ik een voucher aangevraagd, d.w.z. die reis kan zonder bijkomende kosten verzet worden. Er zijn repatriëringsvluchten geweest en ook komende week gaat er weer een vanuit Lima rechtstreeks naar Amsterdam met 405 passagiers, maar ik zal er niet bij zijn, want er is geen mogelijkheid om van Cajamarca naar Lima te reizen. Zolang er geen vluchten zijn van Cajamarca naar Lima, blijf ik zitten waar ik zit. Doordat alle administratieve rompslomp rondom pensioen, ziektekostenverzekering en visum niet afgehandeld zijn, is er geen enkel probleem. Ook al die kantoren zijn nog steeds gesloten.

Ik heb dus geen idee wanneer ik weer terug kan. We zien het wel en bidden ondertussen dat we allemaal gezond mogen blijven. Ik ben ook heel dankbaar voor de vele manieren waarop ik toch contact kan houden met allen die mij lief en dierbaar zijn. Ik ben ook dankbaar dat ik hier van dienst kan zijn en we elkaar konden knuffelen op mijn verjaardag. De beslissing om hier voorlopig te blijven heb ik samen met de kinderen genomen. En dat is ook heel veel waard, dat het thuisfront meedenkt en er achter staat; wat niet wegneemt dat ik iedereen in Nederland natuurlijk wel mis en vooral de kinderen en kleinkinderen. De kinderen en kleinkinderen hier maken veel goed.

Het is een lang verhaal geworden, maar jullie zijn nu weer helemaal bijgepraat.

Veel liefs en wie weet tot spoedig (?) ziens,

Froukje

P.S. Judith schrijft regelmatig een bericht op hun blog. Daarin kun je natuurlijk allerlei info lezen waar ik ook mee te maken heb, ook al is het niet altijd direct. Het adres is: http://www.wilfredoyjudith.blogspot.com/

 Of Facebook: https://www.facebook.com/wilfredoyjudith