


Doordat de mannenbroeders opdrachten kregen, die ze in groepjes zelf moesten uitwerken, hadden we de studieboeken zoals concordantie, Bijbelse encyclopedie, Bijbels woordenboek en commentaren van Ger’s bibliotheek ter beschikking gesteld. Het was prachtig om te zien met hoeveel ijver de mannen thema’s opzochten en vragen uitwerkten. Doordat ze merkten dat Bijbelstudie leuk en interessant wordt als je hulpmaterialen hebt, zijn er nu verschillende kerkjes die een aanvraag willen doen voor hulp bij de aanschaf van een bibliotheek in de kerk.
We hebben sinds een paar jaar een verdubbelingfonds opgezet: d.w.z. dat de mensen zelf bepalen wat zij zinnig vinden om aan te schaffen voor hun kerk, zij sparen een bepaald bedrag en wij leggen hetzelfde bedrag bij. Zo heeft Malat intussen een generator voor elektriciteit aangeschaft en dit jaar kochten ze hun beamer met geluidsinstallatie om films in het dorp te vertonen. Anderen hebben muziekinstrumenten gekocht, anderen hebben de vloer van hun gebouw aangelegd. Het motiveert de mensen om hun best te doen, om met activiteiten geld bijeen te brengen, maar vooral om dromen te hebben die werkelijkheid gemaakt kunnen worden. Een bibliotheek in de kerk is nu voor verschillenden een mogelijkheid en een wens geworden, omdat ze merken dat het hen helpt om de Bijbel beter te begrijpen en teksten niet uit hun verband te halen.
Ze leren zelf nadenken en dat is iets wat hier zelfs op school niet erg wordt gestimuleerd. (Blinde) gehoorzaamheid is hier de grootste deugd. Je hoeft dan alleen maar te doen wat iemand anders zegt. Het geeft je een goed gevoel, want niemand kan je ter verantwoording roepen, en je kunt niets fout doen. Om zoiets te doorbreken is het werk van de Heilige Geest nodig en we zien langzamerhand sommige mensen wakker worden en hun eigen toekomst in handen nemen. Daar willen graag bij ondersteunen.

De week na de conferentie ben ik, Froukje, druk geweest met 4 kinderen van het Lilianefonds. Een jongetje, Damian van 6 jaar, moet naar Lima gestuurd worden om te worden geopereerd. Daarvoor zijn er allerlei formaliteiten (overdrachtpapieren) nodig en dat vraagt enorm veel tijd en inspanning. Je krijgt geen lijst met welke formulieren nodig zijn, maar gaandeweg worden er steeds weer andere formulieren bij gevraagd. We beginnen met goede moed en hopen dan dat het niet te lang zal duren. Ongeveer 2 weken later kan Damian naar Lima reizen met zijn vader om een consult te krijgen voor de operatie in het Kinderziekenhuis van Lima. Daarnaast moest naar een oogarts met 2 jongens en naar de neuroloog met een andere. Veel tijd gaat ook zitten in het uitleggen aan de ouders wat er met hun kind aan de hand is en overleggen hoe de behandeling zal zijn. Als de ouders geen onderdak hebben bij een familielid in Cajamarca, mogen ze in onze kerk logeren, waar een ruimte is met stapelbedden voor de mensen uit de “campo” die onderdak nodig hebben. We zijn daar heel blij mee, want het geeft de mensen veel spanning om in de stad hun weg te zoeken naar ziekenhuizen, apotheken en laboratorio. Ook hier in de stad, zelfs in de publieke instellingen, worden de mensen uit het binnenland vaak niet goed behandeld.
Ons werk is integraal, niet alleen het geestelijke is belangrijk, maar ook het praktisch uitdragen van het evangelie en daar hoort gezondheidszorg ook bij. Met ieder kind en zijn ouder bidden we voordat ze weer weggaan, ook als ze geen christen zijn, want de hulp is voor iedereen, niet alleen voor de mensen die bij een kerk horen. Je merkt dat de mensen het waarderen. In Lima kan ik met de hulp van twee katholieke nonnen rekenen, die de weg weten in de ziekenhuizen aldaar. De mensen, die ik naar Lima moet sturen, worden door hen opgevangen en begeleid in hun weg naar de specialisten. Ook met hen kunnen we onze zorgen voor de patientjes uitwisselen en elkaar bemoedigen met gebed.
Deze maand gaan we naar Malat, waar Wilfredo en Judith het volgende Jeugdweekend zullen leiden. Het is een groep jongeren die nog niet zo lang bij elkaar komt, maar we hopen ze hiermee te versterken en ook de jongeren van andere dorpjes aan te moedigen zelf een jeugdgroep op te zetten. Dit doen Wilfredo en Judith vooral door op hen gericht materiaal te zoeken en een aantrekkelijk alternatief te bieden aan alsmaar dezelfde soort bijeenkomsten met de ouderen.