vrijdag 28 november 2008

een dag naar Celendin

Vorige week zaterdag zijn we “even” op en neer naar Celendín gereist. Eind oktober werd ik in Oxamarca gevraagd om te kijken naar een meisje wat dubbel gehandicapt is.

Rosmery lag op een paardedeken, want was door haar vader op een paard vervoerd vanuit hun dorpje naar Oxamarca. Ze moesten daarvoor 2 uur lopen en vervolgens drie uur met het busje naar Celendín. Rosmery heeft hersenvliesontsteking gehad toen ze 8 maanden oud was, en doordat elke gezondheidszorg in die tijd helemaal ontbrak, is er weinig aandacht aan besteed. Ze overleefde het, maar haar leven is alleen “bestaan”, dan werkelijk leven. Communicatie is nauwelijks mogelijk. Ze “cummuniceert” door kreunen. Haar lichamelijke ontwikkeling bleef ook heel erg achter, waardoor haar lichaam scheef gegroeid is. Het was één hoopje ellende.

In het gemeentehuis van Oxamarca is sinds twee jaar een kantoor speciaal voor hulp aan gehandicapte mensen. Eduin is verpleegkundige met een middelbare opleiding en is aangesteld om deze mensen op te zoeken, te registreren en te zien wat hij voor ze kan doen. Budget heeft hij hiervoor nauwelijks. Hij bracht mij in contact met Rosmery en het balletje is gaan rollen.

Er was al een officiële diagnose gesteld, dus in eerste instantie ben ik samen met Dra. Rubby, de rehabilitatie-arts die het werk met de “Lilianekinderen” ondersteunt, naar Celendín gereist.
Dat is de dichtsbijzijnde grotere plaats waar we eenvoudig met openbaar vervoer konden komen. Ook Fina, de fysiotherapeute van Ger, ging mee.

We vertrokken om 7.00 uur ‘s-morgens en waren om half 11 al in Celendín. Eduin stond ons op te wachten, niet alleen met Rosmery en haar vader, maar ook met nog een andere vader met zijn zoontje. Dat zoontje is al langer in mijn programma van het LilianeFonds, maar het kost de ouders kennelijk veel moeite om structureel voor controle naar Cajamarca te komen, want ik had hem al anderhalf jaar niet meer gezien. Rubby heeft de kinderen geëvalueerd en we hebben een plan gemaakt.

Voor Rosmery hadden we een deken en twee kussens meegenomen, zodat ze gemakkelijker kan zitten. Nu ligt ze de hele dag op bed en soms probeert ze met één arm zich enigszins op te drukken. Daardoor heeft ze een hele kromme rug gekregen. We zullen ook een soort stoel voor haar laten maken om te voorkomen dat ze nog krommer groeit. Zo hebben we met elkaar een plan ontwikkelt voor op korte en middenlange termijn. Haar vader is “promotor de salud”, d.w.z. dat hij een soort eerste hulppost is in zijn dorpje, waar de mensen bijvoorbeeld pijnstillers kunnen krijgen. Waarschijnlijk door dit verantwoordelijkheidsgevoel ziet Rosmery er lichamelijk goed verzorgd uit. Ondanks dat zij veel ligt, heeft ze een gave huid en was de decubitis-zalf die ik meegebracht had, niet nodig. Als we zo met haar bezig waren, glom haar vader van trots, iets heel byzonders voor iemand uit de campo, uit het binnenland. Velen verstoppen hun gehandicapte kinderen, laten ze opgroeien tussen de beesten; deze vader was en is trots op zijn dochter, hoewel hij natuurlijk ook heel erg bezorgd is voor de toekomst.

Dezelfde dag zijn we teruggegaan met en busje. Onderweg hadden we nog een klein oponthoud, omdat een band lek was. Nu dat was niet zomaar lek, want de flarden hingen erbij. De banden worden echt helemaal kapot gereden, voordat ze vervangen worden en dan worden ze vaak nog opnieuw gevulcanizeerd, dat is goedkoper dan nieuwe, maar net zo veilig.......? Dit naast het gebrek aan veiligheid door toenemende overvallen op de wegen. ‘k Heb nog een paar dagen flink last gehad van pijnlijke spieren vanwege het gehots onderweg. Hier zijn de wegen antislip.

Deze week hebben we veelvuldig bezoek gehad van mensen die hulp nodig hadden bij doktersbezoek. Ook Ander, de vader van Elisha die aan haar schouder en rug geopereerd is, komt elke week een dag voor evaluatie en behandeling van zijn dochter. Het gaat steeds beter met haar, maar de vinger moet wel goed aan de pols gehouden worden. Het is een hele opgave voor Ander om 3x per dag massages en oefeningen met Elisha te doen en te blijven doen. Toch is het de enige manier om haar schouder op hetzelfde niveau te krijgen als de andere schouder.
Zo hebben we deze week regelmatig met 8 of 9 mensen aan tafel gezeten. Onze hulp, Melchora, heeft steeds heerlijk gekookt en gelukkig vindt zij het heel erg leuk en een uitdaging als we ineens veel gasten hebben, want in de campo eten ze toch een “beetje” meer dan de mensen van de stad.

Geen opmerkingen: