

Daarna vertrokken Froukje en ik naar La Quinua, een dorpje waar we nog niet eerder geweest waren. We hadden erg fijne momenten van Bijbelstudie en ‘s avonds een film in de presentatie-zaal van de school. De eerste avond stroomde de zaal vol, maar wat ik ook probeerde: ik kreeg het apparaat niet aan de “praat”. Maar de mensen bleven allemaal heel geduldig zitten en ik moest het aggregaat gewoonweg uitzetten, want anders waren ze niet naar hun huizen gegaan. Gelukkig lukte het wel om de volgende dag het apparaat aan de praat te krijgen, maar ik was een beetje bang, dat de mensen geen tweede keer (voor niets) zouden komen; maar dat was niet het geval: er waren er nog meer dan de avond daarvoor! En heel veel mensen waren diep onder de indruk na het zien van de “Jezus-film”.
Andere teamleden verzorgden ondertussen bijbelstudies in Tupac-Amaru en Malat. Wij waren eind oktober nog in Cajén, het dorpje waar ik de vorige ZG al over vertelde. Naast de studies voor de leiders, konden we tijdens de avonden heel veel nog onbekeerde mensen bereiken door middel van films. Dat is toch een geweldig middel, vooral in die dorpen waar nog geen elektriciteit is….
In dit dorp was een jong echtpaar uit Heerenveen met ons mee. Zij zoeken echt de wil van de Heer voor hun leven, met name wáár Hij hen in Perú wil inzetten. Het land is 38x zo groot als Nederland, dus ruimte genoeg. We hopen en bidden, dat er meer mensen komen met een bewogen hart voor de minst bereikten, dwz.de arme boeren in de bergdorpen, waar tot voor 7 jaren nog niemand kwam….Het is voor gezinnen met kinderen ook best wel moeilijk om dit werk te doen ( hoewel niet onmogelijk); de stad “trekt” dan wel erg sterk….Bid dus ajb.dat de Heer daarin de beslissingen duidelijk stuurt!
Froukje schreef de vorige ZG daarover nog, dat voor ons“ de jaren toch gaan tellen”, en dat is “natuurlijk”. Het ongeluk van dik 5 jaar geleden trekt nog steeds z’n sporen. Er zijn nog dorpen waarvan de leiders trouw naar de studies komen, maar waar wijzelf nog nooit geweest zijn. En dat “prikt”me. Ik wil al die nog niet-bezochte dorpen nog minstens 1x bezoeken. Dit jaar zijn dat er 2 minder geworden…..En de mensen vinden zo’n bezoek zó geweldig, dat is echt ontroerend!! De laatste keer kon ik 3 uur klimmen volhouden, maar toen was het ook echt op! Maar dank met ons de Heer, dat het kón….

Elsy neemt steeds meer initiatieven om de bergdorpen te bezoeken en daar “kinderfeesten” te organiseren in “onze” kerkjes én onderwijs te geven aan echtparen!! Zó kwam ze net thuis om verslag uit te brengen van haar laatste reis naar Jelic:
Ze vertrok uit Cajamarca op donderdagavond om 10 uur, gezeten op de melkbussen van een melkauto. ‘t Was koud en het regende af-en-toe. Om 2 uur ´s morgens kwam ze zo aan in Sabogal, waar ze tot 4 uur moest wachten om de volgende melkauto te nemen naar Tiñalloc, waar ze om 6 uur a.m.. aankwam. Daar moest ze wachten tot 8 uur en toen kwamen de zondagschoolleiders van Jelic haar ophalen om per paard verder te reizen; dat duurde ook nog 4 uur (!) voordat ze daar arriveerde. Toen was het dus ondertussen 12 uur geworden en na het middagmaal begon Elsy met voorbereidingen voor het kinderfeest. Alle kinderen kregen een mooie “kroon” op het hoofd, die ze zelf mochten maken.
's-Avonds gaf ze “les” aan echtparen én jong-verliefde stelletjes. Dat doet ze geweldig! We hebben dat een keer meegemaakt hóe ze dat deed in Cajén: aan het eind van haar “preek” vroeg ze de mannen om hardop te herhalen, wat ze gezegd hadden toen ze het meisje vroegen om met hen te trouwen. Daarna “moesten” ze dan een roos overhandigen….. Werkelijk indrukwekkend!!! En er vallen dan heel wat traantjes…….

Op zondagmorgen om half 8 vertrekt Elsy, begeleid door de zondagschoolleiders dan naar Malat, dat op de route ligt waar ze om half 10 aankomen. De broeders wachten haar al op, maar ze kan daar niet lang blijven, want Elsy heeft met de zondagschoolleiding in Piobamba afgesproken om dáár ook nog een kinderfeest te houden!! Ze komt daar om 12 uur ‘s middags aan en zou graag even bijkomen, maar de kinderen staan al te wachten vanaf 10.00 uur. Ze eten samen en om 3 uur ‘s middags begint het feest en is om 5 uur afgelopen. Een schare van gelukkige kinderen achterlatend. Uit 2 dorpen: Piobamba en La Colpilla. Tussendoor zijn er veel pastorale gesprekken. Elsy gaat weer weg, dus daar kun je een heleboel min of meer vrijblijvend aan vertellen.
De melkauto vertrekt de volgende morgen om half 9 en komt ‘s avonds om 6 uur in Cajamarca aan. Gelukkig regende het niet, maar zólang ( 9 ½ uur) op een melkbus “zitten” te schommelen is geen lolletje! Ik hoop, dat dit “reisverslag” een beetje meer duidelijk maakt, wat een reis naar “de campo” inhoudt en dat het aanspoort tot GEBED!
Goed, lieve mensen: ik geef het toetsenbord nu over aan Froukje.
Froukje schrijft:
Wat is er elke keer toch veel te vertellen. Soms denk ik wel eens dat het voor de “achterban” misschien allemaal hetzelfde lijkt. Voor ons is het steeds weer nieuw, d.w.z. de ontmoetingen met de mensen zijn het belangrijkste en als je dan merkt dat er vooruitgang is in hun geestelijk en maatschappelijk leven, zijn we daar met hen blij om. Bijv. Iemand die een “echte” W.C. in zijn huis bouwt, i.p.v. de latrine buiten; of een kerk die zelf twee jongelui sponsort om eens per twee maanden een week naar een bijbelschool te gaan, óf het bericht dat een jonge man, die enige jaren aan de zijlijn stond in de gemeente, nadat hij een nogal scheve schaats had gereden, weer opnieuw de taak van zondagschoolleider is toevertrouwd. Het lijkt zo gering, maar het zijn allemaal tekenen van vooruitgang en eigen initiatief en daar zijn we voor hier: eigen mogelijkheden stimuleren en ondersteunen.
Bij het werk met de kinderen in het programma van het Lilianefonds met betrekking tot rehabilitatie is het moeilijkste punt lang niet altijd de mogelijkheden tot operatie of rehabilitatieprogramma’s, maar de betrokkenhied van de ouders. Voor de ouders van de campo is het een hele opgaaf om voor langere tijd van huis te zijn. Orthopedische operaties vergen veel tijd van herstel, dus als een kind naar Lima moet gaan voor een behandeling is dat vaak voor drie maanden of meer. Dat houdt in dat de vader (die gaat meestal, omdat de moeder nog andere kinderen thuis heeft), drie maanden niet op de akker kan werken, dus moet er iets georganiseerd worden, zodat het gezin toch brood op de plank krijgt. Dat organiseren is het grote probleem. Het is nooit geleerd en de meeste mensen weten niet waar ze zouden moeten beginnen met plannen of organiseren. Zoals jullie zien is een rehabilitatie een gecompliceerde zaak. Soms is het gelukkig ook erg eenvoudig als het gaat om een kind met soms hele slechte ogen. Ilés kon niet mee komen op school. Zijn gedrag werd steeds vervelender. Gelukkig trof hij een goed onderwijzeres, die de ouders erop attent maakte dat Ilés moeite had met het lezen op het bord. Hij kwam met zijn vader naar Cajamarca en de oogarts constateerde een afwijking van –6 bij één oog en bij het andere oog –5.5. Nu heeft Ilés een bril en zijn cijfers zijn meteen enorm omhoog gegaan.
Omdat ikzelf niet met de kinderen meekan naar Lima, heb ik een Spaanse non, die ook mediator van het Lilianefonds is, bereid gevonden om de ouders bij alle papierrompslomp te helpen. Dat is een enorme hulp, want die papierrompslomp (trámites) is bij elke handeling nodig en iemand die niet thuis is in de ziekenhuizen of kantoren van de overheid, verdwaalt in Lima. Hermana Esperanza, zoals ze heet, is 79 jaar, maar is de hele dag in de verschillende ziekenhuizen te vinden waar ze naast “mijn” Lilianekinderen, nog een heleboel mensen helpt hun weg te vinden. Onze liefde voor God in de eerste plaats en voor onze naaste daarbij, verbindt ons.
Op dit moment zijn er 3 kinderen in Lima voor behandeling. Carlos van 6 jaar voor verschillende operaties, Arlod van 3 jaar, die voor het eerst in Lima is, voor zeer gecompliceerde onderzoeken en operaties en Nicanor, die hopelijk binnenkort terug komt, nadat zijn “klompvoet” is rechtgezet. Bid ook voor Hermana Esperanza. Zij vroeg er zelf om, omdat ze toch merkt dat de jaren gaan tellen.